Volgens vier op de tien voetballers komen racisme en andere vormen van discriminatie regelmatig voor in het voetbal, zo blijkt uit een peiling van het Mulier Instituut onder 118 Nederlandse profvoetballers
uit de Eredivisie en Keuken Kampioen Divisie. Veertien procent van de ondervraagde voetballers zegt hier zelf weleens mee te maken te hebben gehad, terwijl een kwart stelt dat er binnen hun team grappen of negatieve opmerkingen worden gemaakt over huidskleur, herkomst of geloofsovertuiging.
Een vijfde van de Nederlandse profvoetballers is van mening dat er een taboe heerst op ‘het bespreken van vooroordelen en stereotypen op basis van huidskleur en herkomst’. Dit taboe wordt met name ervaren door spelers met een migratieachtergrond en zij vinden dat er meer coaches en bestuurders van kleur zouden moeten komen. “Het is werkelijk ongelooflijk dat oud-spelers zoals Seedorf, Davids, Kluivert, Hasselbaink en Bogarde nooit in de Eredivisie aan de slag zijn geweest.
“Iedereen die discrimineert en anderen uitsluit hoort niet thuis in het voetbal. Voetbal is een teamsport. Winst wordt samen gevierd en verlies wordt samen gedragen. Zonder tegenstanders, scheidsrechters, trainers en vrijwilligers is een wedstrijd niet mogelijk. Zonder toeschouwers en fans is betaald voetbal niet mogelijk”, zo laat de KNVB in een reactie op het onderzoek weten. De ondervraagde voetballers geven de voetbalbond overigens een krappe voldoende voor zijn racisme-aanpak.
“Om discriminatie te bestrijden, hebben we de afgelopen anderhalf jaar twintig nieuwe of aangescherpte maatregelen ingevoerd. Zo is de termijn voor stadionverboden verdubbeld tot tien jaar en spelers kunnen vijf tot tien wedstrijden worden geschorst. Naast straffen werken we ook volop aan bewustwording, samenwerking en signalering”, concludeert de KNVB. “De grens is helder: discriminatie en uitsluiting worden in geen enkele vorm getolereerd. Door ons niet en wat ons betreft door niemand.