Poetin sprong verder dan zijn polsstok lang was, schrijft Rob de Wijk. 'Met zijn incompetente leiderschap heeft hij zich met de rug tegen de muur gemanoeuvreerd.'
Toekomstige historici zullen de huidige leiders misschien verwijten dat zij na het verdrijven van Russische troepen uit de omgeving van Kiev niet de kans op een akkoord hebben aangegrepen. Al voor de oorlog zou er een deal hebben gelegen waarbij Oekraïne afzag van het Navo-lidmaatschap. Maar Poetin wilde meer. Hij wilde gebied en begon een oorlog.
Uiteindelijk wist hij toch een vijfde van Oekraïne te veroveren. Dat is redelijk succesvol, maar dit leidde tot overstretch. Hij sprong dus verder dan zijn polsstok lang was. Daarom koos hij de vlucht naar voren: annexatie en dreigen met verschrikkelijke maatregelen als ‘zijn grondgebied’ – lees: de veroverde gebieden – wordt aangevallen.
Dit heeft ook gevolgen voor de Europeanen die, onder leiding van Von der Leyen, met sancties en wapenleveranties de Russische ‘oorlogsmachine’ willen ‘verlammen’ en Rusland uit heel Oekraïne willen verdrijven. De doelstellingen van de sancties klinken lekker, maar bleken tot nu toe onhaalbaar. Als gevolg van decennialange bezuinigen kon Europa al snel nauwelijks meer wapens leveren.
Dat geeft enige hoop, want de situatie krijgt trekken van de Cubacrisis van 1962. In die tijd dreigde een oorlog en nu is er een oorlog, maar net als toen graven leiders zich in en wordt een kernwapenoorlog niet uitgesloten. Net als toen, is het voor alle partijen buigen of barsten. En net als toen is het niet goed in te schatten hoe de wereld er over een paar weken voor staat.