Het wordt gezien als de belangrijkste uitspraak van het Supreme Court over wapenbezit in meer dan een decennium.
Het Hooggerechtshof in de Verenigde Staten heeft een wet in de staat New York die voorwaarden stelt aan het dragen van wapens ongrondwettelijk verklaard. De wet uit 1913 bepaalt dat wie in de staat een vergunning wil om een wapen te dragen daarvoor een goede reden moet opgeven, bijvoorbeeld omdat hij of zij bedreigd wordt en zichzelf wil kunnen verdedigen.
Tegen de wet was bezwaar gemaakt door twee burgers, samen met de New Yorkse afdeling van de NRA, de lobbygroep die opkomt voor het recht op wapenbezit in de VS. Een lagere rechter had het bezwaar verworpen, maar het Hooggerechtshof wees het wel toe. De zes conservatieve rechters stemden voor het verwerpen van de wet, de drie meer liberale rechters waren tegen. Het wordt gezien als de belangrijkste uitspraak van hetHet recht op wapenbezit is verankerd in de Amerikaanse grondwet, het zogehetenHet Hooggerechtshof kiest met deze uitspraak voor een ruime uitleg van dit grondwetsartikel. De uitspraak komt op een moment dat er volop discussie is in de VS over het recht op wapenbezit, na de schietpartij op de school in Uvalde in Texas.
Met deze uitspraak bepaalt het Hooggerechtshof dat een individuele staat geen restricties mag opleggen aan burgers die hun wapen buitenshuis bij zich willen dragen. Dat heeft landelijke gevolgen, in de eerste plaats voor andere staten die ook dergelijke wetten hebben: Californië, Connecticut, Maryland en Massachusetts. Ook daar zullen deze wetten nu worden aangevochten.
De beslissing van het Hof dat die wetten ongrondwettelijk zijn, komt op een politiek gevoelig moment. Net deze week ligt in het Congres voor het eerst in decennia een akkoord op tafel over een lichte aanscherping van de wapenwet. Het wordt voor jongeren onder de 21 jaar en voor mensen die zich verdacht gedragen, iets lastiger om aan een wapen te komen."